Van het kastje naar de muur gestuurd. En niet één keer, maar steeds weer. Radeloze consumenten die met hun klachten voortdurend geen gehoor vinden bij een leverancier roepen dan vaak ten einde raad de hulp van Kassa’s Belbus in.
Eén ding is zeker; het helpt gewoonlijk wel. Als je zaak op de tv komt tenminste. Want die leverancier gaat voor schut, daar helpt geen lieve moedertje aan. Soms probeert hij de Belbus-bezoekers nog uit zijn gebouw te weren, maar dat is niet meer dan uitstel van executie én het levert leuke televisie op. Uiteindelijk moet hij toch met de billen bloot.
De vertegenwoordiger van het bedrijf poogt vaak nog wel een verzachtende omstandigheid aan te voeren. Hij heeft zich verdiept in de zaak van mevrouw/meneer en inderdaad, dit is fout gegaan. Daar staat tegenover dat het bedrijf jaarlijks vele, zeg maar gerust duizenden, zeer tevreden klanten heeft. Maar in een klein (?) aantal gevallen gaat het fout ja. Nee, hij ontkent niet dat er soms wel eens iets doorheen slipt en zegt ferm dit zeer betreurenswaardig te vinden.
Hoezo soms? De klant die voor zijn neus staat heeft tientallen keren gebeld, gemaild, brieven geschreven, maar hij stuitte steeds op de afdelingen Kastje en Muur. En als hij de Belbus niet had ingeschakeld was hij alsnog lachend na loket 13 het moeras ingestuurd.
Beschamend slot is gewoonlijk dat de gedupeerde “vanwege dit ongelukkige misverstand” en “om de pijn enigszins te verzachten” een bos bloemen krijgt aangeboden. Dat vind ik toch een zwakke kant van de Belbus. Die bloemen horen er bij, zeker, maar ik zou de veroorzaker van de ellende niet het genoegen gunnen dit ook uit te zenden. Dit gebaar van goede sier verdient hij niet. Of er moet kunnen worden aangetoond dat hij andere gedupeerde klanten ook een bloemetje heeft gestuurd. Maar de praktijk is vaak dat die nog steeds wanhopig bellen, mailen en brieven schrijven. En uiteindelijk geen bloemetje krijgen, maar een onterechte aanmaning die als een graftak op hun deurmat valt.
» Alle Berichten, Consument » De onzinbloemetjes van Vara’s Belbus